Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 20.28 (gebruik landelijke voorziening en elektronisch formulier)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het bevoegd gezag en de andere bestuursorganen die zijn betrokken bij een via de landelijke voorziening ingediende aanvraag om een besluit, een gedane melding, verstrekte gegevens en bescheiden om te voldoen aan een andere informatieverplichting dan een melding of een ander bericht als bedoeld in artikel 16.1, maken gebruik van de landelijke voorziening.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het beschikbaar stellen van een elektronisch formulier voor het elektronisch verkeer, bedoeld in artikel 16.1. Daarbij kan worden bepaald welk bestuursorgaan het formulier vaststelt en kan worden bepaald welk bestuursorgaan de daarvoor benodigde informatie levert.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de vaststelling en levering, bedoeld in het tweede lid.