JWB 2011/384
Art. 81 RO
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3886
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2011
- Zaaknummer
10/02390
- LJN
BQ3886
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3886, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3886, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑04‑2011
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Art. 81 RO
Samenvatting
Casus
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 82513/HA ZA 07-3 van de rechtbank Zutphen van 1 augustus 2007;
b. het arrest in de zaak 104.004.704 van het gerechtshof te Arnhem van 12 januari 2010.
Het gaat in deze zaak om het verzet van eiser tegen het dwangbevel waarbij de dwangsommen worden ingevorderd die eiser zou hebben verbeurd ingevolge de last onder dwangsom van burgemeester en wethouders van de Gemeente (hierna: B&W) van 10 januari 2006, ertoe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.