NJB 2018/707
De Afdeling heeft zes instanties als zogenoemde amici curiae (‘meedenkers’) in de gelegenheid gesteld schriftelijke inlichtingen te geven in een zaak over de herziening van een exploitatieplan, waarin de rechtsvraag aan de orde is of de raad grondverwervingskosten ten behoeve van de aanleg van een zogenoemde bovenwijkse voorziening – een buiten het exploitatiegebied gelegen weg – diende te baseren op de werkelijke kostenbenadering of op de taxatiebenadering. De raad heeft de grondverwervingskosten terecht vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in art. 6.13, lid 5, Wet ruimtelijke ordening (de taxatiebenadering)
ABRvS 16-03-2018, ECLI:NL:RVS:2018:903
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
16 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J.C. Kranenburg, J. Hoekstra, B.P.M. van Ravels
- Zaaknummer
201410484/3/R2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:903, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16‑03‑2018
- Wetingang
Essentie
De Afdeling heeft zes instanties als zogenoemde amici curiae (‘meedenkers’) in de gelegenheid gesteld schriftelijke inlichtingen te geven in een zaak over de herziening van een exploitatieplan, waarin de rechtsvraag aan de orde is of de raad grondverwervingskosten ten behoeve van de aanleg van een zogenoemde bovenwijkse voorziening – een buiten het exploitatiegebied gelegen weg – diende te baseren op de werkelijke kostenbenadering of op de taxatiebenadering. De raad heeft de grondverwervingskosten terecht vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in art. 6.13, lid 5, Wet ruimtelijke ordening (de taxatiebenadering)
Partij(en)
Uitspraak in het geding tussen: GA1 B.V. en BPN B.V., beide gevestigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.