RBP 2019/4
Bedrijfsgeheimen. Is een definitieve vaststelling dat daadwerkelijk sprake is geweest van een schending van bedrijfsgeheimen vereist voor toewijzing van de inzagevordering ex art. 843a Rv?
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1775
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/01264
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS855809:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1775, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2017
- Wetingang
Essentie
Exhibitievordering. Inzagerecht. Bedrijfsgeheimen.
Is een definitieve vaststelling dat daadwerkelijk sprake is geweest van een schending van bedrijfsgeheimen vereist voor toewijzing van de inzagevordering ex art. 843a Rv?
Samenvatting
Dow en Organik produceren beide een bestanddeel van verf. Dow heeft aanwijzingen dat Organik bedrijfsgeheimen op onrechtmatige wijzen heeft verkregen en gebruikt. Dow heeft de voorzieningenrechter verzocht om conservatoir bewijsbeslag te mogen leggen omdat zij in de veronderstelling verkeert dat nog steeds relevant bewijsmateriaal beschikbaar is in de fabriek van Organik. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om het bewijsbeslag te mogen leggen grotendeels toegewezen en heeft tevens verlof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.