RFR 2018/122
Belanghebbende. Is de echtgenote van de onderbewindgestelde belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1 Rv?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/04457
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS929590:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:979, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:256, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2018
- Wetingang
Art. 1:441 lid 2 BW; art 798 lid 1 en 2 Rv
Essentie
Familieprocesrecht. Beschermingsbewind. Belanghebbende.
Is de echtgenote van de onderbewindgestelde belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1 Rv en ontvankelijk in het hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter?
Samenvatting
De man is gehuwd in gemeenschap van goederen met de vrouw. Het vermogen van de man is eerder al onder bewind gesteld. Op verzoek van de bewindvoerder heeft de kantonrechter ex art. 1:441 lid 2 BW bepaald dat de bewindvoerder een derde mag inschakelen voor het indienen van een gezamenlijke aangifte 2015, waaraan kosten verbonden zijn van naar verwachting € 1.500. Van deze ...