Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 8.6.1 Samenwerkingscollege
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2020
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 234 (uitgifte: 08-07-2020, kamerstukken: 35252)
- Inwerkingtreding
01-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2020, Stb. 2020, 276 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Een samenwerkingscollege wordt gevormd op grondslag van een schriftelijke overeenkomst tussen de bevoegde gezagsorganen van de samenwerkende instellingen, waarbij in ieder geval afspraken zijn gemaakt over:
- a.
de beroepsopleidingen, waaronder de soorten leerwegen, dan wel de opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs die in het samenwerkingscollege worden verzorgd, het onderwijsprogramma en de examinering van de desbetreffende opleidingen;
- b.
de leiding van het samenwerkingscollege, waaronder de samenstelling, de wijze van benoeming en de taken en bevoegdheden die namens de deelnemende instellingen zijn opgedragen aan die leiding;
- c.
de wijze waarop de leiding van het samenwerkingscollege inlichtingen verstrekt en verantwoording aflegt aan de bevoegde gezagsorganen van de deelnemende instellingen;
- d.
de organisatorische en onderwijskundige inrichting van het samenwerkingscollege, waaronder de inzet van personeel en het gebruik van faciliteiten van de deelnemende instellingen;
- e.
de toerekening van baten en lasten;
- f.
de wijze van geschillenbeslechting tussen de deelnemende instellingen over de uitvoering van de overeenkomst, en
- g.
de voorwaarden waaronder een andere instelling partij kan worden bij de samenwerkingsovereenkomst, de overeenkomst kan worden opgezegd of ontbonden alsmede de wijze waarop de overeenkomst overigens kan worden gewijzigd, telkens met oog voor het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen voor de studenten en vavo-studenten.