RvdW 2020/1142
Procesrecht. Rechterswisseling na mondelinge behandeling, tussenarrest en bewijslevering; rechter ten overstaan van wie bewijs is geleverd heeft eindarrest niet meegewezen; onmiddellijkheidsbeginsel; strijd met art. 155 Rv of art. 6 EVRM? Kan in hogere instantie worden geklaagd over verzuim te voldoen aan art. 155 lid 2 Rv?
HR 30-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1711
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03425
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1711, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:440, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Rechterswisseling na mondelinge behandeling, tussenarrest en bewijslevering; rechter ten overstaan van wie bewijs is geleverd heeft eindarrest niet meegewezen; onmiddellijkheidsbeginsel; strijd met art. 155 Rv of art. 6 EVRM? Kan in hogere instantie worden geklaagd over verzuim te voldoen aan art. 155 lid 2 Rv?
Samenvatting
Art. 155 Rv bepaalt dat de rechter ten overstaan van wie in een zaak bewijs is bijgebracht, zoveel als mogelijk meewerkt aan het wijzen van de einduitspraak (lid 1) — waarbij ‘einduitspraak’ redelijkerwijs moet worden uitgelegd als de uitspraak waarin de waardering van dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.