NJ 1943/455
Art. 1407 B. W. Vergoeding voor smart en gederfde levensvreugde. Taak van den rechter in de schadestaatprocedure. Miskenning van die taak door het Hof. Moratoire interessen, niet hij oorspr. dagv., maar wel bij beteekening van den schadestaat gevorderd.
HR 21-05-1943, ECLI:NL:HR:1943:21
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 mei 1943
- Magistraten
Mrs. Fick, Nypels, van der Meulen, Smits en Weitjens
- Zaaknummer
[21051943/NJ_1943-455]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS164575:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:21, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑05‑1943
- Wetingang
(BW art. 1286, 1407; Rv art. 612.)
Essentie
Art. 1407 B. W. Vergoeding voor smart en gederfde levensvreugde. Taak van den rechter in de schadestaatprocedure. Miskenning van die taak door het Hof. Moratoire interessen, niet hij oorspr. dagv., maar wel bij beteekening van den schadestaat gevorderd.
Samenvatting
In overeenstemming met hetgeen van oudsher in ons land gegolden had en met hetgeen thans volgens wet of rechtspraak in de naburige landen geldt, moet het toekennen van vergoeding voor ideëele schade, geleden tengevolge van daden als in lid 1 en lid 3 van art. 1407 B. W. behandeld, als redelijk en billijk worden beschouwd. Daarom geeft de Hooge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.