NJFS 2010/230
Vervolging Somalische piraten; rechtsmacht; onverwijlde voorgeleiding; zeeroof.
Rb. Rotterdam 17-06-2010, ECLI:NL:RBROT:2010:BM8116
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
17 juni 2010
- Magistraten
Mrs. Klein Wolterink, Janssen, Van den Enden
- Zaaknummer
10/600012-09
- LJN
BM8116
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2010:BM8116, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 17‑06‑2010
- Wetingang
Essentie
Rechtsmacht. Voorgeleiding. Zeeroof. Vervolging Somalische piraten.
1. Nederland heeft universele rechtsmacht ter zake zeeroof/piraterij. Bij afwezigheid van elke concrete Nederlandse betrokkenheid kan vervolging in strijd zijn met beginselen van een goede procesorde.
2. Internationale verdragen vormden de juridische basis voor de detentie van verdachte vanaf de aanhouding door de Deense autoriteiten tot aan de aanhouding door de Nederlandse autoriteiten 5 weken later. Geen schending van art. 5 lid 1 EVRM.
3. De voorgeleiding van verdachte aan een rechter was niet onverwijld in de zin van art. 5 lid 3 EVRM. In casu wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.