Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 325 [Ruilverhouding, bijbetaling, intrekking en verval aandelen na fusie]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2012
- Bronpublicatie:
18-06-2012, Stb. 2012, 299 (uitgifte: 05-07-2012, kamerstukken: 31058)
- Inwerkingtreding
01-10-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2012, Stb. 2012, 301 (uitgifte: 05-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt in werking op een krachtens art. VI.4 van de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (18-06-2012, Stb. 300) bepaald tijdstip.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Indien aandelen of certificaten van aandelen in het kapitaal van een te fuseren vennootschap zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is, kan de ruilverhouding afhankelijk zijn van de prijs van die aandelen onderscheidenlijk certificaten op die markt op een of meer in het voorstel tot fusie te bepalen tijdstippen, gelegen voor de dag waarop de fusie van kracht wordt.
2.
Indien krachtens de ruilverhouding van de aandelen recht bestaat op geld of schuldvorderingen, mag het gezamenlijke bedrag daarvan een tiende van het nominale bedrag van de toegekende aandelen niet te boven gaan.
3.
Bij de akte van fusie kan de verkrijgende vennootschap aandelen in haar kapitaal die zij zelf of een andere fuserende vennootschap houdt, intrekken tot ten hoogste het bedrag van de aandelen die zij toekent aan haar nieuwe aandeelhouders. De artikelen 99, 100, 208 en 216 gelden niet voor dit geval.
4.
Aandelen in het kapitaal van de verdwijnende vennootschappen die worden gehouden door of voor rekening van de fuserende vennootschappen, vervallen.