Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik
Artikel 36 Strafproces
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
25-10-2007, Trb. 2008, 58 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2009, Trb. 2010, 2010/156 (uitgifte: 17-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
Elke Partij neemt de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn, met inachtneming van de regels inzake de onafhankelijkheid van beoefenaars van juridische beroepen, om te waarborgen dat opleiding inzake de rechten van kinderen en seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen beschikbaar is voor alle personen die bij het proces betrokken zijn, met name rechters, officieren van justitie en advocaten.
2.
Elke Partij neemt de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen, in overeenstemming met de regels van haar nationale recht, dat:
- a.
de rechter kan bevelen dat de behandeling van de zaak achter gesloten deuren plaatsvindt;
- b.
het slachtoffer in de rechtszaal kan worden gehoord zonder daar aanwezig te zijn, met name door toepassing van geschikte communicatietechnologieën.