Einde inhoudsopgave
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 125a [Delegatie van bevoegdheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
03-12-2009, Stb. 2010, 857 (uitgifte: 31-12-2010, kamerstukken: 31822)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-2009, Stb. 2010, 857 (uitgifte: 31-12-2010, kamerstukken: 31822)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Juridische beroepen (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Indien bij of krachtens een wet een bevoegdheid wordt toegekend aan de officier van justitie, kan deze bevoegdheid worden uitgeoefend door de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 7°, van de wet, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.
2.
Indien bij of krachtens een wet een bevoegdheid wordt toegekend aan de advocaat-generaal, kan deze bevoegdheid worden uitgeoefend door de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6°, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.