Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 211 Overgangsrecht plan van scholen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 194e.
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Na inwerkingtreding van de Wet van 20 mei 2020 tot wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte is voor een nieuw onderwijsaanbod (Wet meer ruimte voor nieuwe scholen) (Stb. 2020, 160) vindt nog één maal vaststelling plaats van een plan van scholen conform titel IV, afdeling 2, zoals luidend direct voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van genoemde wet.
2.
Een school die is vermeld op het laatste plan van scholen dat is vastgesteld en door Onze Minister is goedgekeurd voor inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet en ten aanzien waarvan op dat tijdstip nog niet is beslist over aanvang van de bekostiging of die is vermeld op het plan van scholen dat is vastgesteld op grond van het eerste lid, wordt aangemerkt als een school waarvoor Onze Minister op grond van artikel 75, derde lid, zoals luidend op de dag van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, van de in het eerste lid genoemde wet heeft beslist dat zij voor bekostiging uit ’s Rijks kas in aanmerking wordt gebracht. Artikel 75, zesde, zevende en achtste lid, is van toepassing.
3.
Op geschillen die in beroep aanhangig zijn of binnen de beroepstermijn dan wel verschoonbaar daarbuiten aanhangig worden gemaakt tegen besluiten die zijn genomen door Onze Minister op grond van het eerste lid of op grond van titel IV, afdeling 2, en daarop berustende bepalingen zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van de desbetreffende onderdelen van de in het eerste lid genoemde wet blijven de op die datum geldende regelingen van toepassing. Indien de uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 80 zoals luidend voor de inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet strekt tot opneming van een school in het plan van scholen, is het tweede lid van overeenkomstige toepassing. De eerste volzin is hangende het, beroep van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheid tot het intrekken en vervangen van besluiten die tot de aldaar bedoelde geschillen hebben geleid.
4.
Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op geschillen die betrekking hebben op de toepassing van artikel 84a, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van de desbetreffende onderdelen van de in het eerste lid genoemde wet.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere uitvoeringsvoorschriften worden gesteld.