Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Onder ‘mededeling’ dient ingevolge de Bekendmakingswet te worden verstaan: plaatsing van de integrale tekst van de normen in de Staatscourant.
Zie voor het al dan niet dwingend verwijzen naar normen van niet-publiekrechtelijke aard de toelichting bij aanwijzing 3.48. Bij dwingende verwijzing naar normen van niet-publiekrechtelijke aard dienen die normen kosteloos ter beschikking te worden gesteld. Zie artikel 14a van de Bekendmakingswet. In artikel 14a, vierde lid, is ook bepaald dat indien de mededeling van de normen niet is toegestaan en de kenbaarheid niet kan worden verzekerd – bijvoorbeeld omdat het auteursrecht daaraan in de weg staat en over de toegankelijkheid (nog) geen overeenkomst is gesloten of niet kan worden gesloten – eenieder op verzoek kosteloos inzage in deze normen wordt verleend, ten minste zolang deze normen van toepassing zijn verklaard. Als een dergelijke norm alleen via terinzagelegging kenbaar kan worden gemaakt, zal steeds een afweging dienen te worden gemaakt of tot het opleggen van die norm moet worden overgegaan. Zie ook de brief van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 juni 2011, (Kamerstukken II 2010/11, 27 406, nr. 193). Kosteloze terbeschikkingstelling is niet vereist indien de overheid zelf de enige normadressaat is.