Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 619/2011 tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders wat betreft de aanwezigheid van genetisch gemodificeerd materiaal waarvoor de vergunningsprocedure hangende is of waarvan de vergunning is verstreken
Bijlage I Bemonsteringsmethoden
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2011
- Bronpublicatie:
24-06-2011, PbEU 2011, L 166 (uitgifte: 25-06-2011, regelingnummer: 619/2011)
- Inwerkingtreding
15-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2011, PbEU 2011, L 166 (uitgifte: 25-06-2011, regelingnummer: 619/2011)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1
Voor de toepassing van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009 wordt gg-materiaal beschouwd als een stof die waarschijnlijk niet uniform is verdeeld in het gehele diervoeder.
2
In afwijking van de punten 5.B.3, 5.B.4 en 6.4 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009 mag de grootte van de verzamelmonsters voor voedermiddelen niet kleiner zijn dan het gewicht dat overeenkomt met 35 000 granen/zaden en het eindmonster mag niet kleiner zijn dan het gewicht dat overeenkomt met 10 000 granen/zaden.
Het massa-equivalent van 10 000 granen/zaden wordt aangegeven in tabel 1 hieronder.
Plant | Massa, in gram, overeenkomend met 10 000 granen/zaden |
---|---|
Gerst, gierst, haver, rijst, rogge, tarwe | 400 |
Mais | 3 000 |
Soja | 2 000 |
Koolzaad | 40 |