Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 416 [Opzetheling]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1992
- Bronpublicatie:
09-10-1991, Stb. 1991, 520 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21565 Overheid.nl: 21565)
- Inwerkingtreding
01-02-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-01-1992, Stb. 1992, 39 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
Als schuldig aan opzetheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie:
- a.
hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of een zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
- b.
hij die opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een door misdrijf verkregen goed overdraagt.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekt.