RN 2014/12
Successiewet. Is het onderscheid tussen de belasting van particulier vermogen en ondernemingsvermogen in strijd met het internationaal verankerde gelijkheidsbeginsel?
HR 22-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1206
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 november 2013
- Magistraten
Mrs. M.W.C. Feteris, C. Schaap, M.A. Fierstra, R.J. Koopman, Th. Groeneveld
- Zaaknummer
13/01154
- Conclusie
A-G mr. R.L.H. IJzerman
- JCDI
JCDI:ADS173973:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1206, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 22‑11‑2013
- Wetingang
Essentie
Successiewet.
Is het onderscheid tussen de belasting van particulier vermogen en ondernemingsvermogen in strijd met het internationaal verankerde gelijkheidsbeginsel?
Samenvatting
Op 1 juli 2011 is erflater overleden. Zijn twee kinderen, waaronder belanghebbende, en zijn echtgenote zijn erfgenaam. Tot de nalatenschap behoorde geen ondernemingsvermogen in de zin van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit als bedoeld in hoofdstuk IIIA van de Successiewet. Voor de rechtbank was in geschil of belanghebbende niettemin een beroep kan doen op toepassing van de faciliteit wegens strijd met het discriminatieverbod van art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM, dan wel het recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.