NJB 2011, 1057
HR, 29-04-2011, nr. 09/05158
HR 29-04-2011, BN9685 (Beroepschrift)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
29 april 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Tijnagel, Heisterkamp en Feteris
- Zaaknummer
09/05158
- Conclusie
A-G Wattel
- LJN
BN9685
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BN9685, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BN9685, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑09‑2010
- Wetingang
Awbart. 5:45; AWR art. 16, 67e en hoofdstuk VIIIA
Essentie
In geval van een geschil over een bestuurlijke boete dient de belastingrechter ambtshalve te onderzoeken of de bevoegdheid tot het opleggen van die boete door tijdsverloop is vervallen, ook indien een belanghebbende afstand heeft gedaan van een beroep op dat tijdsverloop.
Uitspraak
Cassatieberoep belastingplichtige; incidenteel cassatieberoep Minister
Hoge Raad, onder meer:
‘3. Uitgangspunten in cassatie
3.1. De Inspecteur heeft begin 2001 bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld. In verband met belanghebbendes achterstand in de administratie en bij de indiening van aangiften is toen met belanghebbende afgesproken dat zij afzag van een beroep op het opleggen van aanslagen buiten de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.