NJB 2023/1489
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Anticonceptie. Hoge Raad: Gedwongen toepassing van anticonceptie kan niet worden aangemerkt als ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’ als bedoeld in de wet.
HR 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:824
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, K. Teuben
- Zaaknummer
23/00243
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:824, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:305, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2023
- Wetingang
(art. 3:2 lid 2 onder a en onder h Wvggz)
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Anticonceptie. Hoge Raad: Gedwongen toepassing van anticonceptie kan niet worden aangemerkt als ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’ als bedoeld in de wet.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend en daarbij de toediening van de prikpil als vorm van verplichte zorg opgenomen op grond van art. 3:2 lid 2 onder h Wvggz.