Einde inhoudsopgave
Wet op de omzetbelasting 1968
Artikel 28rj [Aftrek voorbelasting en teruggaaf]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
07-04-2021, Stb. 2021, 183 (uitgifte: 16-04-2021, kamerstukken: 35527)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2021, Stb. 2021, 261 (uitgifte: 07-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
De niet in de Unie gevestigde ondernemer die van de niet-Unieregeling gebruikmaakt, past geen aftrek van belasting toe als bedoeld in artikel 168 van BTW-richtlijn 2006. In afwijking van artikel 1, eerste lid, van de Dertiende Richtlijn 86/560/EEG van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting – Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen (PbEG 1986, L 326) wordt deze ondernemer teruggaaf verleend overeenkomstig die richtlijn. Artikel 2, tweede en derde lid, en artikel 4, tweede lid, van die richtlijn zijn niet van toepassing op de teruggaaf die verband houdt met onder de niet-Unieregeling vallende diensten.
Indien de ondernemer die van de niet-Unieregeling gebruikmaakt, in een lidstaat moet worden geïdentificeerd voor activiteiten die niet onder de niet-Unieregeling vallen, brengt hij de in die lidstaat betaalde voorbelasting die verband houdt met zijn aan de niet-Unieregeling onderworpen belastbare activiteiten, in aftrek op de overeenkomstig artikel 250 van BTW-richtlijn 2006 in te dienen aangifte.