RF 2019/6
Effectenlease. Is na vernietiging van een boetebeding wegens oneerlijkheid van dat beding in plaats daarvan schadevergoeding op grond van de wet verschuldigd? (Dexia/geïntimeerde)
Hof Den Haag 18-09-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2313
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
18 september 2018
- Magistraten
Mrs. M.M. Olthof, A.J.M.E. Arpeau, M.J. van der Ven
- Zaaknummer
200.131.549-01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930119:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:630, Uitspraak, Hof Den Haag, 02‑04‑2019
ECLI:NL:GHDHA:2018:2313, Uitspraak, Hof Den Haag, 18‑09‑2018
ECLI:NL:GHDHA:2016:4404, Uitspraak, Hof Den Haag, 29‑11‑2016
ECLI:NL:GHDHA:2016:471, Uitspraak, Hof Den Haag, 12‑01‑2016
- Wetingang
Art. 6:233, 6:277 BW
Essentie
Effectenlease. Dexia.
Is na vernietiging van een boetebeding wegens oneerlijkheid van dat beding in plaats daarvan schadevergoeding op grond van de wet verschuldigd?
Samenvatting
Consument heeft in het jaar 2000 twee effectenlease-overeenkomsten met een looptijd van 10 jaar gesloten met de rechtsvoorganger van Dexia. Voor deze contracten moest consument de eerste 3 jaar maandelijks rente betalen en de daaropvolgende 7 jaar een vast percentage over het aankoopbedrag. Betaling van de hoofdsom diende aan het einde van de looptijd plaats te vinden. In 2006 zijn in verband met een betalingsachterstand de overeenkomsten door Dexia tussentijds beëindigd. Hiertoe zijn door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.