AB 2012/31
Excessief formalisme. Hoogte leges voor in behandeling nemen aanvraag permanente verblijfsvergunning. Wanverhouding tussen vereiste leges en gezinsinkomen van aanvrager. Geen effective remedy voor nationale instantie. Schending art. 13 EVRM.
EHRM 10-01-2012, ECLI:CE:ECHR:2012:0110JUD002225107, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik (G.R./Nederland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
10 januari 2012
- Magistraten
J. Casadevall, C. Bîrsan, E. Myjer, J. Šikuta, I. Ziemele, N. Tsotsoria, K. Pardalos
- Zaaknummer
22251/07
- Noot
T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- LJN
BV2982
- Roepnaam
G.R./Nederland
- JCDI
JCDI:ADS910615:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2012:0110JUD002225107, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 10‑01‑2012
- Wetingang
EVRM art. 13
Essentie
Excessief formalisme. Hoogte leges voor in behandeling nemen aanvraag permanente verblijfsvergunning. Wanverhouding tussen vereiste leges en gezinsinkomen van aanvrager. Geen effective remedy voor nationale instantie. Schending art. 13 EVRM.
Samenvatting
Klager is een uit Afghanistan afkomstige vluchteling die bij zijn aanvraag voor een permanente verblijfsvergunning (om zich te voegen bij zijn wettig in Nederland verblijvende echtgenote en kinderen) vroeg om vrijstelling van betaling van de vereiste leges (€ 830). Hij legde hierbij het strookje van de bijstandsuitkering van zijn vrouw over (ongeveer € 988 per maand voor het hele gezin). De toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.