Einde inhoudsopgave
Besluit 88/591/EGKS, EEG, Euratom tot instelling van een Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1993
- Redactionele toelichting
Ten aanzien van de beroepen, door natuurlijke of rechtspersonen ingesteld krachtens art. 33, tweede alinea, art. 35 en art. 40, eerste en tweede alinea, van het EGKS-Verdrag, die betrekking hebben op besluiten betreffende de toepassing van art. 74 van dat Verdrag, alsmede de beroepen, door natuurlijke of rechtspersonen ingesteld krachtens art. 173, tweede alinea, art. 175, derde alinea, en art. 178 van het EEG-Verdrag, die betrekking hebben op handelspolitieke beschermingsmaatregelen in de zin van art. 113 van dat Verdrag in geval van dumping en subsidies, wordt de inwerkingtreding van deze wijziging uitgesteld tot een datum die de Raad met eenparigheid van stemmen vaststelt. Het bepaalde met betrekking tot beroepen die uit hoofde van de artikelen 42 van het EGKS-Verdrag, 181 van het EEG-Verdrag en 153 van het EGA-Verdrag zijn ingesteld, is slechts van toepassing op overeenkomsten die na de inwerkingtreding van deze wijziging zijn gesloten. De zaken, bedoeld in dit artikel, die op de dag van inwerkingtreding van deze wijziging bij het Hof van Justitie aanhangig zijn, doch waarin het voorlopig rapport, bedoeld in art. 44, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof, nog niet is uitgebracht, worden verwezen naar het Gerecht.
- Bronpublicatie:
08-06-1993, PbEG 1993, L 144 (uitgifte: 01-01-1993, regelingnummer: 93/350/Euratom EGKS EEG)
- Inwerkingtreding
01-08-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-1993, PbEG 1993, L 144 (uitgifte: 01-01-1993, regelingnummer: 93/350/Euratom EGKS EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Milieurecht / Straling
Energierecht (V)
Het Gerecht oefent, in eerste aanleg, de bevoegdheden uit die door de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen en door de besluiten ter uitvoering daarvan aan het Hof van Justitie zijn opgedragen, behoudens andersluidende bepalingen in het besluit houdende oprichting van een orgaan naar Gemeenschapsrecht:
- a)
ten aanzien van de in artikel 179 van het EEG-Verdrag en artikel 152 van het EGA-Verdrag bedoelde geschillen;
- b)
ten aanzien van de beroepen, door natuurlijke of rechtspersonen ingesteld krachtens de artikelen 33, tweede alinea, 35, 40, eerste en tweede alinea, en 42 van het EGKS-Verdrag;
- c)
ten aanzien van de beroepen, door natuurlijke of rechtspersonen ingesteld krachtens de artikelen 173, tweede alinea, 175, derde alinea, 178 en 181 van het EEG-Verdrag;
- d)
ten aanzien van de beroepen, door natuurlijke of rechtspersonen ingesteld krachtens de artikelen 146, tweede alinea, 148, derde alinea, 151 en 153 van het EGA-Verdrag.