TAR 1990/87
Niet gebleken dat beoordeling op onvoldoende gronden berust. Weigering ontslaguitkering, omdat het ontslag aan eigen schuld of toedoen te wijten is, heeft onvoldoende feitelijke grondslag; niet gebleken van moedwillig tekortschieten terwijl verbetering binnen vermogen lag
CRvB 22-02-1990, ECLI:NL:CRVB:1990:ZB3997
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
22 februari 1990
- Magistraten
Boesjes
- Zaaknummer
AW 1988/258; AW 1988/593
- LJN
ZB3997
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Ontslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1990:ZB3997, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 22‑02‑1990
Essentie
Niet gebleken dat beoordeling op onvoldoende gronden berust. Weigering ontslaguitkering, omdat het ontslag aan eigen schuld of toedoen te wijten is, heeft onvoldoende feitelijke grondslag; niet gebleken van moedwillig tekortschieten terwijl verbetering binnen vermogen lag
Samenvatting
Voorgeschiedenis
Ter zake van betrokkene was door de directeur van het Gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam een beoordeling opgemaakt waartegen betrokkene bezwaar had aangetekend. Vervolgens was aan betrokkene door b. en w. van Rotterdam ontslag verleend wegens ongeschiktheid voor zijn betrekking anders dan op grond van ziekte of gebreken. Betrokkenes verzoek om uitkering ingevolge de Wachtgeldverordening danwel de Uitkeringsverordening werd afgewezen.
Besluit
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.