TAR 1994/163
Art. 5 BBRA 1984 geeft als hoofdregel dat een ambtenaar behoort te worden ingepast in de bij zijn functie behorende salarisschaal, met een beperkte afwijkingsmogelijkheid voor gevallen waarin sprake is van een duidelijk nog niet voldoende functioneren. Die afwijkingsmogelijkheid leent zich ook voor toepassing in gevallen dat een functie wordt opgewaardeerd in verband met een opgetreden taakverzwaring en de betrokken ambtenaar die verzwaarde taak duidelijk nog onvoldoende aankan. Van zo”n situatie is geen sprake ingeval een tegen de achtergrond van de voor het functie-niveau bepalende functiebeschrijving uitgebrachte beoordeling weliswaar op onderdelen kritiek op het functioneren bevat maar als eindoordeel aangeeft dat zowel naar kwaliteit als naar kwantiteit aan de eisen is voldaan
CRvB 26-05-1994, ECLI:NL:CRVB:1994:ZB5079
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
26 mei 1994
- Magistraten
Bekker
- Zaaknummer
AW 1993/636
- LJN
ZB5079
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Functiewaardering
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1994:ZB5079, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 26‑05‑1994
Essentie
Art. 5 BBRA 1984 geeft als hoofdregel dat een ambtenaar behoort te worden ingepast in de bij zijn functie behorende salarisschaal, met een beperkte afwijkingsmogelijkheid voor gevallen waarin sprake is van een duidelijk nog niet voldoende functioneren. Die afwijkingsmogelijkheid leent zich ook voor toepassing in gevallen dat een functie wordt opgewaardeerd in verband met een opgetreden taakverzwaring en de betrokken ambtenaar die verzwaarde taak duidelijk nog onvoldoende aankan. Van zo÷n situatie is geen sprake ingeval een tegen de achtergrond van de voor het functie-niveau bepalende functiebeschrijving uitgebrachte beoordeling weliswaar op onderdelen kritiek op het functioneren bevat maar als eindoordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.