O&A 2008, 109
Onrechtmatige overheidsdaad; Schadevergoeding; Strafvorderlijk optreden; Huiszoeking; Redelijke verdenking
HR 05-09-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD4395
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 september 2008
- Zaaknummer
C07/154HR
- LJN
BD4395
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD4395, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑09‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD4395, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2008
- Wetingang
Sv art. 591 en 591a; art. 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; Schadevergoeding; Strafvorderlijk optreden; Huiszoeking; Redelijke verdenking
Samenvatting
X is in oktober 1992 door de rechtbank veroordeeld wegens deelname aan een criminele organisatie, maar is in hoger beroep door het Hof volledig vrijgesproken. Het Hof heeft een schadevergoeding aan X toegekend op grond van art. 591/591a Sv. In de onderhavige civielrechtelijke procedure vordert X schadevergoeding op grond van art. 6:162 BW, stellende dat er onvoldoende verdenking en ernstige bezwaren bestonden toen de dwangmiddelen (huiszoeking) jegens hem werden toegepast. Het Hof stelt voorop dat volgens vaste rechtspraak de Staat alleen aansprakelijk kan worden gehouden voor onrechtmatig strafvorderlijk optreden, indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.