TAR 1999/89
Artikel II, vierde lid, van het BWOO, heeft per 1 januari 1996 de mogelijkheid afgeschaft boven de uitkering bij te verdienen. Jegens hen die van 1983-1991 met overeenkomstige toepassing van het SBK-I en het SBK-II ontslag uit hun functie aan de Universiteit van Amsterdam is verleend, doet dit zozeer afbreuk aan de zorgvuldigheid en rechtszekerheid, dat voornoemd artikellid jegens appellante buiten toepassing had moeten worden gelaten.
CRvB 08-04-1999, ECLI:NL:CRVB:1999:AA3979, m.nt. P.J. Schaap
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
8 april 1999
- Magistraten
Brink, van den
- Zaaknummer
98/836 AW
- Noot
P.J. Schaap
- LJN
AA3979
- JCDI
JCDI:ADS202346:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1999:AA3979, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 08‑04‑1999
Essentie
Artikel II, vierde lid, van het BWOO, heeft per 1 januari 1996 de mogelijkheid afgeschaft boven de uitkering bij te verdienen. Jegens hen die van 1983-1991 met overeenkomstige toepassing van het SBK-I en het SBK-II ontslag uit hun functie aan de Universiteit van Amsterdam is verleend, doet dit zozeer afbreuk aan de zorgvuldigheid en rechtszekerheid, dat voornoemd artikellid jegens appellante buiten toepassing had moeten worden gelaten.
Uitspraak
Uitspraak in het geding tussen:
het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam, appellant,
en
A, wonende te B, gedaagde.
I. Ontstaan en loop van het geding
Appellant heeft op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.