ABRvS, 22-03-2001, nr. 200000512/1
ECLI:NL:RVS:2001:AB1871
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
22-03-2001
- Zaaknummer
200000512/1
- LJN
AB1871
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2001:AB1871, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22‑03‑2001; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
Uitspraak 22‑03‑2001
Inhoudsindicatie
-
Raad
van State
200000512/1.
Datum uitspraak: 22 maart 2001
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant] en anderen, allen wonend te [woonplaats],
appellanten,
tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Den Haag van 18 januari 2000 in het geding tussen:
appellanten
en
burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn.
1 Procesverloop
Bij besluit van 19 april 1999 hebben burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn (hierna: burgemeester en wethouders) aan [makelaar] Makelaardij, optredend ten behoeve van [exploitant] (hierna: [exploitant]) desverzocht medegedeeld akkoord te gaan met de vestiging van de door [exploitant] te exploiteren afhaal-bezorgpizzeria op het adres [adres] te [woonplaats].
Bij besluit van 30 september 1999 hebben burgemeester en wethouders het daartegen door appellanten gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 18 januari 2000, verzonden op die datum, heeft de arrondissementsrechtbank te Den Haag (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellanten ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 januari 2000, hoger beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 16 februari 2000. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 23 juni 2000 hebben burgemeester en wethouders van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 februari 2001, waar appellanten in persoon, bijgestaan door mr. A.G. Kleijweg, advocaat te Den Haag, en burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door D. Noort, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar als partij gehoord [exploitant], vertegenwoordigd door mr. M.J.W. Hoek, advocaat te Alphen aan den Rijn.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Brittenrust' rust op het betrokken perceel de bestemming 'Woondoeleinden, klasse A (WOA)' met de aanduiding 'detailhandel toegestaan'.
Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de planvoorschriften zijn de als zodanig aangewezen gronden bestemd voor woningen met de daarbij behorende bijgebouwen, erven en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Ingevolge artikel 4, tweede lid, onder f, is ter plaatse van de op de kaart aangegeven aanduiding 'detailhandel toegestaan' detailhandel en dienstverlening op de begane grond van de desbetreffende woning toegestaan.
Ingevolge artikel 1, onder 27, van de voorschriften wordt onder detailhandel verstaan het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsaktiviteit.
Ingevolge artikel 1, onder 28, van de voorschriften wordt onder dienstverlening verstaan een met een kleinschalige winkel vergelijkbare vestiging voor de verrichting van diensten aan of ten behoeve van het publiek, zoals een kapsalon, wasserette of apotheek, zulks met uitsluiting van horecabedrijven of garagebedrijven.
Ingevolge artikel 1, onder 35, van de voorschriften wordt onder horecabedrijf verstaan een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie.
2.2. Appellanten betogen - samengevat weergegeven - dat de rechtbank het gebruik van het pand [adres] ten behoeve van een afhaal- en bezorgpizzeria ten onrechte heeft aangemerkt als een mengvorm van detailhandel en dienstverlening en niet als een horecabedrijf.
2.3. Dit betoog faalt. Uit artikel 1, onder 27, van de voorschriften volgt dat het gebruik van het pand ten behoeve van een afhaal- en bezorgpizzeria moet worden aangemerkt als detailhandel, reeds omdat sprake is van bedrijfsmatig te koop aanbieden en verkopen van pizza's en pasta's. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat niet in geschil is dat geen sprake is van consumptie ter plaatse. Dat levering van de telefonisch bestelde pizza's en/of pasta's desgewenst op een later tijdstip ten huize van de klant plaatsvindt, heeft niet de betekenis die appellanten daaraan gehecht willen zien. Dat een afhaal- en bezorgpizzeria als horeca wordt aangemerkt in het Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer en de - hier niet van toepassing zijnde - Leefmilieuverordening van de gemeente Alphen aan den Rijn, is voor de beantwoording van de vraag of sprake is van detailhandel in de zin van de planvoorschriften niet van belang. Hetzelfde geldt voor de stelling dat de openingstijden niet zijn beperkt tot de winkelsluitingstijden.
Uit het vorenstaande vloeit voort dat geen sprake is van gebruik in strijd is met het bestemmingsplan.
2.4. Het hoger beroep is,ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te
worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door dr. J.C.K.W. Bartel, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. J.A.M. van Angeren, Leden, in tegenwoordigheid van mr. C.E.C.M. van Roosmalen, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Van Roosmalen
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 maart 2001
110-53.
Verzonden: 22 maart 2001
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,