TAR 1995/277
Geen verlenging dienstverband bij einde proeftijd. Lage bewijsdrempel. Vereiste continuïteit in functievervulling (niet te veel ziekteverzuim) mag daarbij meewegen. Het niet meebrengen van getuigen is voor risico van de betrokken partij en komt niet zonder meer voor herstel door middel van aanhouding in aanmerking.
CRvB (pres.) 03-10-1995, ECLI:NL:CRVB:1995:AK6104
- Instantie
Centrale Raad van Beroep (President)
- Datum
3 oktober 1995
- Magistraten
Boesjes
- Zaaknummer
95/5310 AW; 95/4024 AW
- LJN
AK6104
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Ontslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1995:AK6104, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep (President), 03‑10‑1995
Essentie
Geen verlenging dienstverband bij einde proeftijd. Lage bewijsdrempel. Vereiste continu┤teit in functievervulling (niet te veel ziekteverzuim) mag daarbij meewegen. Het niet meebrengen van getuigen is voor risico van de betrokken partij en komt niet zonder meer voor herstel door middel van aanhouding in aanmerking.
Samenvatting
Voorgeschiedenis
Betrokkene is met ingang van 1 mei 1991 in tijdelijke dienst voor een proeftijd van 24 maanden aangesteld bij het toenmalige Ministerie van WVC. In 1993 is de proeftijd-aanstelling verlengd met 7 maanden, aangezien betrokkene wegens ziekte 150 dagen niet in werkelijke dienst heeft doorgebracht. Op dat moment is aangegeven dat betrokkene, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.