Hof 's-Gravenhage, 19-01-2011, nr. 200.070.332.01
ECLI:NL:GHSGR:2011:BP4439
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
19-01-2011
- Zaaknummer
200.070.332.01
- LJN
BP4439
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2011:BP4439, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 19‑01‑2011; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BU5607, Niet ontvankelijk
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BU5607
Uitspraak 19‑01‑2011
Inhoudsindicatie
Mentorschap. Persoon van de mentor: familielid of externe?
Partij(en)
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 19 januari 2011
Zaaknummer : 200.070.332/01
NKP nummer rechtbank : 928484/10-80437
1. [verzoeker 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: (de medementor) [verzoeker 1],
2. [verzoeker 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [verzoeker 2]
3. [verzoeker 3],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [verzoeker 3],
verzoekers in hoger beroep,
gezamenlijk hierna te noemen: de appellanten,
advocaat mr. J. Dongelmans te Nieuwerkerk aan den IJssel.
Als belanghebbende zijn aangemerkt:
1. [betrokkene],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de betrokkene,
2. [belanghebbende 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: (de medementor) [belanghebbende 1],
3. [belanghebbende 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: (de medementor) [belanghebbende 2],
4. [belanghebbende 3],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [belanghebbende 3],
5. [belanghebbende 4],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [belanghebbende 4].
VERDER PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- 1.
Het hof verwijst naar zijn tussenbeschikking van 10 november 2010.
- 2.
Na die beschikking heeft het hof van partijen en belanghebbenden de volgende stukken ontvangen:
- -
op 29 november, 3 december en 8 december 2010 brieven d.d. 25 november, 3 december en 5 december 2010 van [belanghebbende 1];
- -
op 30 november 2010 een brief van dezelfde datum van [belanghebbende 2], met bijlage;
- -
op 1 december 2010 een brief van dezelfde datum van mr. J. Dongelmans, advocaat van appellanten, mede namens [belanghebbende 3] en [belanghebbende 4];
VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
- 3.
[belanghebbende 1] heeft in zijn brief van 25 november 2010 aan het hof onder meer medegedeeld dat [belanghebbende 2] reeds op eigen verzoek van het mentorschap ontheven is. Indien deze informatie juist is, zouden op dit moment alleen [belanghebbende 1] en [verzoeker 1] nog mentor van betrokkene zijn. Het hof constateert dat zij van mening verschillen over de wijze waarop het mentorschap dient te worden voortgezet. Ook tussen en met de andere kinderen bestaat daarover geen overeenstemming. De situatie is thans zo, dat [verzoeker 1], [verzoeker 2], [verzoeker 3], [belanghebbende 3] en [belanghebbende 4] blijven bij hun voorstel een externe mentor in de persoon van mevrouw [X] te benoemen, dat [belanghebbende 1] voorstelt hem tot mentor te benoemen en dat [belanghebbende 2] wenst dat zij tot mentor wordt benoemd.
- 4.
Het hof heeft in zijn tussenbeschikking reeds overwogen mevr. [X] niet zonder meer geschikt te achten als mentor in de complexe situatie die is ontstaan. Die situatie vergt dat de mentor, uitgaande van de belangen van de betrokkene en indien nodig en mogelijk na de (andere) kinderen te hebben gehoord, beslissingen neemt en ervoor zorg draagt dat die beslissingen worden uitgevoerd ook als een of meerdere van de kinderen zich daartegen verzetten. Daarvoor is noodzakelijk dat de te benoemen mentor standvastig is en zich laat leiden door de belangen van betrokkene vanuit een neutrale positie. Dit betekent dat de mentor de invloed van een of meerdere van de kinderen ondergeschikt dient te maken aan de belangen van betrokkene.
- 5.
Gelet op de onwerkbare situatie die binnen het huidige twee- of driehoofdige mentorschap is ontstaan, acht het hof ambtshalve gewichtige redenen aanwezig een of meerdere mentoren te ontslaan en het mentorschap door één persoon te laten vervullen. De voorkeur van de betrokkene zal daarbij niet worden gevolgd omdat het hof ter zitting de indruk heeft gekregen dat de betrokkene onvoldoende in staat is alle belangen die een rol spelen bij het vervullen van een mentorschap af te wegen. Het hof acht het van groot belang voor het welzijn van betrokkene dat de persoon van de mentor niet leidt tot een toename van de verdeeldheid tussen de kinderen. Bij de benoeming van [belanghebbende 2] tot mentor (of handhaving van haar mentorschap indien zij op dit moment nog mentor is) acht het hof dit risico aanwezig.
- 6.
Het verzoek van [verzoeker 1] in hoger beroep om een externe mentor te benoemen impliceert het verzoek hemzelf als mentor te ontslaan. [belanghebbende 1] heeft daarentegen verzocht zijn mentorschap te handhaven. In de overgelegde stukken vindt het hof, uitgaande van hetgeen het hof onder 4. heeft overwogen, geen dan wel onvoldoende aanwijzingen dat [belanghebbende 1] niet in staat zou zijn als mentor te fungeren. Het hof neemt voorts in aanmerking dat geen van appellanten of belanghebbenden na de tussenbeschikking een andere externe mentor dan mevr. [X] heeft voorgedragen. Het hof acht zich daardoor niet in staat een externe mentor te benoemen die in staat kan worden geacht zijn of haar functie met inachtneming van alle belangen te vervullen.
- 7.
Gelet op het voorgaande zal het hof de bestreden beschikking vernietigen en zal het hof ambtshalve, wegens gewichtige redenen, [verzoeker 1] en, voor zover nog nodig, [belanghebbende 2] ontslaan als mentoren van betrokkene.
- 8.
Dit leidt tot de volgende beslissing.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking;
ontslaat ambtshalve [verzoeker 1] en, voor zover [belanghebbende 2] op dit moment nog mentor is, [belanghebbende 2] als mentoren van betrokkene met ingang van de dag na deze beschikking;
wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. De Haan-Boerdijk, Van Leuven en Punselie, bijgestaan door mr. Rasmijn als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 januari 2011.