De risico’s van het handelen in strijd met het staatssteunrecht zijn allesbehalve gering. Te denken valt aan de nietigheid van overeenkomsten, de plicht als onderneming om staatssteun terug te betalen of de plicht als overheid om een schadevergoeding te betalen. Omdat het aantal staatssteunprocedures de afgelopen jaren sterk toeneemt, is de noodzaak om aan het staatssteunrecht te toetsen actueler dan ooit.
Deze staatssteuntoets bestaat concreet uit twee vragen. In de eerste plaats is het van belang te bepalen of u in de praktijk bij besluitvorming van een overheid te maken heeft met het staatssteunrecht. Is het antwoord hierop positief, dan is de volgende vraag hoe het betreffende project, besluit, contract, etc. staatssteunproof kan worden vormgegeven.
Vanwege de ruime definitie van het begrip staatssteun in het Europese Werkingsverdrag, vallen in de praktijk veel overheidsmaatregelen onder de staatssteunregelgeving. Complicerende factor daarbij is vervolgens dat het antwoord op de tweede vraag – hoe staatssteunproof kan worden gehandeld – sterk afhangt van de vorm van de betreffende overheidsmaatregel. Zo geldt voor subsidies volstrekt andere regelgeving dan voor participaties, voor leningen weer andere regelgeving dan voor garanties, etc. In de praktijk is van belang dat per maatregel wordt gekeken of bovenstaande risico’s zouden kunnen optreden en zo, hoe deze zodanig anders kan worden ingericht dat deze risico’s worden vermeden.
Allard, Knook
advocaat staatssteunrecht, Pels Rijcken
Meer over Allard Knook
De risico’s van het handelen in strijd met het staatssteunrecht zijn allesbehalve gering. Te denken valt aan de nietigheid van overeenkomsten, de plicht als onderneming om staatssteun terug te betalen of de plicht als overheid om een schadevergoeding te betalen. Omdat het aantal staatssteunprocedures de afgelopen jaren sterk toeneemt, is de noodzaak om aan het staatssteunrecht te toetsen actueler dan ooit.
Deze staatssteuntoets bestaat concreet uit twee vragen. In de eerste plaats is het van belang te bepalen of u in de praktijk bij besluitvorming van een overheid te maken heeft met het staatssteunrecht. Is het antwoord hierop positief, dan is de volgende vraag hoe het betreffende project, besluit, contract, etc. staatssteunproof kan worden vormgegeven.
Vanwege de ruime definitie van het begrip staatssteun in het Europese Werkingsverdrag, vallen in de praktijk veel overheidsmaatregelen onder de staatssteunregelgeving. Complicerende factor daarbij is vervolgens dat het antwoord op de tweede vraag – hoe staatssteunproof kan worden gehandeld – sterk afhangt van de vorm van de betreffende overheidsmaatregel. Zo geldt voor subsidies volstrekt andere regelgeving dan voor participaties, voor leningen weer andere regelgeving dan voor garanties, etc. In de praktijk is van belang dat per maatregel wordt gekeken of bovenstaande risico’s zouden kunnen optreden en zo, hoe deze zodanig anders kan worden ingericht dat deze risico’s worden vermeden.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 107 VWEU
Verordening 651/2014
Standaardarrest
HvJ EG 16 mei 2002, C-482/99 Jur. 2002, I-4397 (Stardust Marine).
HvJ EG 23 april 1991, C-41/90, Jur. 1991 I-1979 (Höfner).
HR 28 mei 2010, LJN BL4082 (Residex).
Belangrijkste uitspraken
Gerecht 30 juni 2015, gevoegde zaken T‑186/13, T‑190/13 en T‑193/13 (Leidschendam-Voorburg) nng.
Gerecht EU 24 maart 2011, T‑443/08 en T‑455/08, 2011 II-1311 (Leipzig Halle).