RvdW 2015/1287
Verdachte heeft bij het instellen hoger beroep een voormalig GBA-adres opgegeven. Uit het feit dat verdachte tot 20 september 2012 op dit adres in de GBA ingeschreven heeft gestaan, kon het Hof niet zonder meer afleiden dat verdachte dit bij het op 5 september 2013 instellen hoger beroep opgegeven adres niet wenste te handhaven als adres waar hij een afschrift van de appeldagvaarding wenste te ontvangen ex art. 588a.3 Sv.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/02736
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3319, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2015
Essentie
Verdachte heeft bij het instellen hoger beroep een voormalig GBA-adres opgegeven. Uit het feit dat verdachte tot 20 september 2012 op dit adres in de GBA ingeschreven heeft gestaan, kon het Hof niet zonder meer afleiden dat verdachte dit bij het op 5 september 2013 instellen hoger beroep opgegeven adres niet wenste te handhaven als adres waar hij een afschrift van de appeldagvaarding wenste te ontvangen ex art. 588a.3 Sv.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 mei 2014, nummer 20/002908-13, ...