Inhoudsopgave
NTBR 2024/17:Schokschade en de wijze van confrontatie na het Hoogeveen-arrest: een onverhoedse toepassing in de feitenrechtspraak
NTBR 2024/17
Schokschade en de wijze van confrontatie na het Hoogeveen-arrest: een onverhoedse toepassing in de feitenrechtspraak
Documentgegevens:
D.S. Kroese, datum 21-06-2024
- Datum
21-06-2024
- Auteur
D.S. Kroese1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS965075:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Wetingang
art. 6:162 BW; art. 6:106 BW; art. 6:107 BW; 6:108 BW
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Sinds het Hoogeveen-arrest geldt voor een aanspraak op vergoeding van schokschade een gezichtspuntenbenadering. Zo is niet langer vereist dat de geschokte persoon direct geconfronteerd is met de gevolgen van het onrechtmatig handelen jegens de gekwetste of overleden persoon. Wel kan volgens de Hoge Raad een rol spelen in hoeverre een confrontatie onverhoeds heeft plaatsgevonden. De feitenrechtspraak is evenwel verdeeld over de vraag in hoeverre een confrontatie onverhoeds moet hebben plaatsgevonden voor een vergoeding van schokschade. In deze bijdrage wordt daarom onderzocht welk gewicht behoort toe te komen aan dat gezichtspunt en zo wordt gepoogd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.