Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/918
Uniemerkenverordening. Internationale bevoegdheid. Rechtsvordering wegens inbreuk op een merk tegen een vennootschap die in een derde land is gevestigd; kleindochter die is gevestigd op het grondgebied van de lidstaat van de aangezochte rechter; begrip ‘vestiging’ in de zin van art. 97 lid 1.
HvJ EU 18-05-2017, ECLI:EU:C:2017:390 (Hummel Holding)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
18 mei 2017
- Magistraten
M. Ilešič, A. Prechal, A. Rosas, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-617/15
- Conclusie
A-G E. Tanchev
- Roepnaam
Hummel Holding
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:390, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 18‑05‑2017
ECLI:EU:C:2017:13, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2017
- Wetingang
Art. 97 Verordening nr. 207/2009/EU (Uniemerkenverordening)
Essentie
Hummel Holding A/S tegen Nike Inc. e.a.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) bij beslissing van 16 november 2015.
Uniemerkenverordening. Internationale bevoegdheid. Rechtsvordering wegens inbreuk op een merk tegen een vennootschap die in een derde land is gevestigd; kleindochter die is gevestigd op het grondgebied van de lidstaat van de aangezochte rechter; begrip ‘vestiging’ in de zin van art. 97 lid 1.
Art. 97 lid 1 Uniemerkenverordening moet aldus worden uitgelegd dat een in een lidstaat gevestigde juridisch onafhankelijke vennootschap die een dochtervennootschap is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.