V-N 2024/28.4
Aandelen in VvE-reserves zijn voor box 3-heffing overige bezittingen
HR 06-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:705, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2024
- Magistraten
Feteris, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
23/00653
23/00654
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS964142:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2024
ECLI:NL:HR:2024:705, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2024
ECLI:NL:HR:2024:771, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:655, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑09‑2023
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat voor de vraag of de box-3 heffing discriminatoir is het rendement van het gehele box-3 vermogen relevant is. X1 komt niet in aanmerking voor verder rechtsherstel dan voortvloeit uit het forfait van de Herstelwet.
Samenvatting
X1 en X2 zijn gehuwd. Hun box 3-vermogen bestaat op 1 januari 2018 uit onder meer aandelen in de reserves van drie verenigingen van eigenaren (VvE’s). Hun totale nettovermogen bedraagt € 1.328.507, waarvan de VvE-reserves € 10.807 (0,8%) uitmaken. Niet meer in geschil is dat de aanslag overeenkomstig het Besluit rechtsherstel box 3 (V-N 2022/34.3) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.