Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/365
Consumentenbescherming. Richtlijn 93/13/EEG. Punt 1, onder e), van de bijlage. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Sociale huisvesting. Verplichting tot bewoning en verbod op onderverhuur van het onroerend goed. Artikel 3, leden 1 en 3. Artikel 4, lid 1. Beoordeling van het mogelijkerwijs oneerlijke karakter van boetebedingen. Criteria.
HvJ EU 10-09-2020, ECLI:EU:C:2020:687 (A (Sous-location d’un logement social))
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
10 september 2020
- Magistraten
M. Safjan, L. Bay Larsen, C. Toader
- Zaaknummer
C-738/19
- Roepnaam
A (Sous-location d’un logement social)
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2020:687, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
A tegen B en C.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Amsterdam (Nederland) bij beslissing van 19 september 2019.
Consumentenbescherming. Richtlijn 93/13/EEG. Punt 1, onder e), van de bijlage. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Sociale huisvesting. Verplichting tot bewoning en verbod op onderverhuur van het onroerend goed. Artikel 3, leden 1 en 3. Artikel 4, lid 1. Beoordeling van het mogelijkerwijs oneerlijke karakter van boetebedingen. Criteria.