RvdW 2011/921
Arbeidsrecht. Toepasselijkheid uitzonderingsregel art. 7:667 lid 4 BW (zgn. Ragetlie-regel); opvolgende overeenkomsten? Art. 81 RO.
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ5082
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/01466
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BQ5082
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ5082, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ5082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2011
Essentie
Arbeidsrecht. Toepasselijkheid uitzonderingsregel art. 7:667 lid 4 BW (zgn. Ragetlie-regel); opvolgende overeenkomsten? Art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], Duitsland, eiser tot cassatie, adv.: mr. R.K. van der Brugge,
tegen
Stichting Cardia, te 's‑Gravenhage, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Strikwerda:
1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die partijen hebben gesloten aansluitend op de beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, van rechtswege eindigde op de overeengekomen einddatum dan wel ingevolge het bepaalde in art. 7:667 lid 4 BW (de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.