Inhoudsopgave
WFR 2024/48:Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting: de (nieuwe?) tussenstand van de jurisprudentie en toepassing op grensoverschrijdende investeringsfondsen
WFR 2024/48
Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting: de (nieuwe?) tussenstand van de jurisprudentie en toepassing op grensoverschrijdende investeringsfondsen
Documentgegevens:
Mr. M. Verhoog & mr. J.M. Leijen, datum 05-02-2024
- Datum
05-02-2024
- Auteur
Mr. M. Verhoog & mr. J.M. Leijen1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS943202:1
- Vakgebied(en)
Dividendbelasting / Algemeen
Dividendbelasting / Inhoudingsvrijstelling
- Wetingang
Art. 4 Wet DB 1965
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ingehouden dividendbelasting vormt voor buitenlandse aandeelhouders in sommige gevallen een niet-verrekenbare eindheffing die kan leiden tot economisch dubbele belasting. Voor grensoverschrijdende deelnemingsverhoudingen voorziet art. 4 lid 2 Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB 1965) in een inhoudingsvrijstelling aan de bron, behoudens gevallen waarin sprake is van misbruik. In deze bijdrage gaan de auteurs in op de stand van de jurisprudentie over het misbruikbegrip uit art. 4 lid 3 onderdeel c Wet DB 1965 en de toepassing van de inhoudingsvrijstelling in grensoverschrijdende fondsstructuren.
1. Inleiding
Uitdelingen van winst door in Nederland gevestigde lichamen zijn in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.