V-N 2024/42.14
Vergoeding immateriële schade wegens overschrijding redelijke termijn niet gemaximeerd op pleitbare financiële belang
HR 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1299, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 2024
- Magistraten
Van Eijsden, Punt, Feteris, Boerlage, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
24/00806
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS980951:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1299, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑2024
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad antwoordt op de prejudiciële vragen van Hof 's-Hertogenbosch dat de vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn niet is gemaximeerd op het pleitbare financiële belang bij de procedure. Ook is dit in WOZ-zaken niet gemaximeerd tot € 50 per half jaar.
Samenvatting
X schakelt in verband met zijn bezwaar tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Vught vastgestelde WOZ-waarde een professionele rechtsbijstandverlener in als gemachtigde. Na ongegrondverklaring van het bezwaar en beroep, stelt X hoger beroep in. Hof ’s-Hertogenbosch stelt diverse prejudiciële vragen in verband met de vergoeding van immateriële schade bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.