RvdW 2011/925
Familierecht. Geschil tussen voormalig echtelieden over gezamenlijke uitoefening gezag. Toestemming, op de voet van art. 1:253a BW, voor internationale verhuizing ouder met kind terecht verleend? Art. 81 RO.
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7328
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2011
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
10/02106
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BQ7328
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ7328, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ7328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2011
Essentie
Familierecht. Geschil tussen voormalig echtelieden over gezamenlijke uitoefening gezag. Toestemming, op de voet van art. 1:253a BW, voor internationale verhuizing ouder met kind terecht verleend? Art. 81 RO.
Partij(en)
[De vader],te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
[De moeder], te Colombia, verweerster in cassatie, adv.: mr. D.M. de Knijff en mr. M.S. van der Keur.
Conclusie
A-G mr. Langemeijer:
In deze zaak heeft één van de ouders toestemming verzocht en verkregen voor een internationale verhuizing met het kind.
1. De feiten en het procesverloop
1.1.
In cassatie kan worden uitgegaan van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.