BNB 2024/114
Tijdstip betaling collegegeld ten opzichte van moment intreden binnenlandse belastingplicht. Differentiatie proceskostenvergoeding tussen belasting- en premiezaken en overige zaken mogelijk in strijd met discriminatieverbod
HR 12-07-2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, m.nt. R.F.C. Spek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2024
- Magistraten
Mrs. Van Eijsden, Punt, Feteris, Fierstra, Boerlage
- Zaaknummer
23/03218
- Conclusie
A-G Koopman
- Noot
R.F.C. Spek
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS983295:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2024
ECLI:NL:HR:2024:1060, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:235, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑03‑2024
- Wetingang
Art. 6.40 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001; art. 7:15 Awb; art. 1 Grondwet
Essentie
Tijdstip betaling collegegeld ten opzichte van moment intreden binnenlandse belastingplicht. Differentiatie proceskostenvergoeding tussen belasting- en premiezaken en overige zaken mogelijk in strijd met discriminatieverbod
Samenvatting
Belanghebbende, afkomstig uit India, is sinds 2018 student in Nederland en binnenlands belastingplichtige. Volgens de Inspecteur heeft belanghebbende geen recht op aftrek van het voor zijn studie (vooraf) voldane collegegeld omdat hij dit heeft betaald voordat hij binnenlands belastingplichtige was geworden. De Rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende in de periode van binnenlandse belastingplicht het collegegeld heeft betaald door verrekening met zijn vordering uit het eerdere, onverschuldigd betaalde, bedrag en wél recht heeft op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.