RvdW 2011/151
Overlegging stukken in hoger beroep cfm art. 414 lid 1 Sv
HR 11-01-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BO1287
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 januari 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/00360 P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BO1287
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO1287, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO1287, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
De uitoefening van de bevoegdheid in hoger beroep nieuwe stukken over te leggen is onderworpen de beginselen van een behoorlijke procesorde, waarbij betekenis toekomt aan de belastende of ontlastende aard van die stukken, (bij belastende stukken) om de al dan niet complexe aard van de zaak en het stadium waarin de procedure zich bevindt. De rechter moet een afwijzende beslissing op een verzoek terzake motiveren aan de hand van deze maatstaven. Indien ter zitting het overleggen van stukken (impliciet) wordt toegestaan, terwijl na sluiting van het onderzoek wordt geoordeeld dat die stukken buiten beschouwing moeten blijven, leidt dit tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.