TRA 2019/73
De arbeidsongeschikte grensarbeider.
HvJ EU 14-03-2019, ECLI:EU:C:2019:212, m.nt. prof. mr. A.P. van der Mei (Vester)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
14 maart 2019
- Zaaknummer
C-134/18
- Noot
prof. mr. A.P. van der Mei
- Roepnaam
Vester
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68144:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:212, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 14‑03‑2019
- Wetingang
Verordening (EG) 883/2004; art. 45 en 48 VWEU
Essentie
De arbeidsongeschikte grensarbeider.
Uitspraak
Inleiding
Het arrest in de zaak Vester heeft betrekking op de in Verordening (EG) 883/2004 opgenomen coördinatieregels voor uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Voor een goed begrip van de zaak is het van belang twee onderscheiden te maken. Het eerste is dat tussen uitkeringen bij ziekte en invaliditeitsuitkeringen. Kort en simpel gezegd, bij ziekte gaat het om tijdelijke arbeidsongeschiktheid, bij invaliditeit om langdurige arbeidsongeschiktheid. In veel lidstaten, waaronder Nederland en België, heeft een arbeidsongeschikte eerst recht op een prestatie bij ziekte (Nederland: loondoorbetaling of, bijv. voor ‘vangnetters’ zonder werkgever, ZW-uitkering; België: ‘primaire ongeschiktheidsuitkering’) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.