V-N 2024/21.24
Kwaliteit aangetekende postbezorging voor A-G geen reden om bewijsvermoeden te heroverwegen
HR (Parket) 15-03-2024, ECLI:NL:PHR:2024:293, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
15 maart 2024
- Zaaknummer
23/02561
23/02244
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS959206:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:749, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑05‑2024
ECLI:NL:HR:2024:750, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑05‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:297, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:355, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:293, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑03‑2024
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel ziet ondanks de zorgen over de betrouwbaarheid van aangetekende post geen reden om het weerlegbare bewijsvermoeden van ontvangst van bestuurlijke en gerechtelijke post te heroverwegen.
Samenvatting
X komt op tegen een aanslag waterschapsbelastingen van € 10,50. In cassatie is alleen de ontvangst van de (aangetekend verzonden) uitnodiging voor de zitting van het hof van belang. X ontkent de ontvangst van de uitnodiging, maar het hof gaat hier niet in mee.
A-G Wattel ziet ondanks de zorgen over de betrouwbaarheid van aangetekende post geen reden om het weerlegbare bewijsvermoeden van ontvangst van bestuurlijke en gerechtelijke post te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.