GHvJ, 08-07-2022, nr. SXM2022H00010
ECLI:NL:OGHACMB:2022:213
- Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Datum
08-07-2022
- Zaaknummer
SXM2022H00010
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:OGHACMB:2022:213, Uitspraak, Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 08‑07‑2022; (Hoger beroep)
Uitspraak 08‑07‑2022
Inhoudsindicatie
Tussentijds appel.
Partij(en)
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
op het verzoek tot het verkrijgen van vergunning tot het instellen van afzonderlijk hoger beroep (art. 263a Rv)
in de zaak van:
de naamloze vennootschap PLAYMASTER
gevestigd in Sint Maarten,
[Eiser],
Wonende te [woonplaats],
in eerste aanleg eisers,
thans verzoekers,
gemachtigde: mr. R.E. Duncan
tegen
[Gedaagde],
wonende in [woonplaats],
de naamloze vennootschap EUPHORIA
gevestigd in Sint Maarten,
de naamloze vennootschap ATLANTIS CASINO ONLINE N.V.
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg gedaagden,
thans verweerders,
gemachtigde: mr. S.R. Bommel
Partijen worden hierna ook Playmaster en [eiser], [gedaagde] c.s. genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1.
Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) heeft op 11 januari 2022 een tussen partijen gewezen tussenvonnis uitgesproken.
1.2.
Bij op 25 januari 2022 ingediend verzoekschrift, met producties, hebben Playmaster en [eiser] het Hof verzocht hen vergunning te verlenen om afzonderlijk hoger beroep in te stellen tegen voormeld vonnis, kosten rechtens.
1.3.
Op de rolzitting van 14 april 2022 hebben partijen elk een schriftelijk pleidooi ingediend.
1.4.
Beschikking is aangezegd en bepaald op heden.
2. De ontvankelijkheid
Het verzoek is tijdig, binnen twee weken gerekend van de dag van de uitspraak, ingediend ter griffie van het Gerecht. Playmaster en [eiser] kunnen dus worden ontvangen in hun verzoek.
3. De beoordeling
3.1.
Het Hof is van oordeel dat een snelle en doelmatige procesgang niet vereist dat afzonderlijk hoger beroep tegen het vonnis van 11 januari 2022 wordt ingesteld. De verzochte vergunning zal daarom worden geweigerd.
3.2.
Playmaster en [eiser] zullen als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten aan de zijde van [gedaagde] c.s. gevallen.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
- weigert de verzochte vergunning;
- veroordeelt Playmaster en [eiser] in de kosten aan de zijde van [gedaagde] c.s. gevallen en tot op heden begroot op NAf 1.000,- voor salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.A. Saleh, S. Verheijen en F.W.J. Meijer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en uitgesproken op 8 juli 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.