V-N 2024/31.1.2
Parttimers met urenminimum hebben geen vaste arbeidsduur. Lopende procedure HR
Hof 's-Hertogenbosch 10-04-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1205
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
10 april 2024
- Zaaknummer
22/01155
22/01156
22/01157
22/01158
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Loonbelasting / Heffingswijze
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2024:1205, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 10‑04‑2024
- Wetingang
Essentie
Parttimers met urenminimum hebben geen vaste arbeidsduur. Lopende procedure HR
Samenvatting
X BV heeft parttime oudere en arbeidsgehandicapte werknemers in dienst. In die arbeidsovereenkomsten staat standaard: “dat tenminste (…) uur per week arbeid wordt verricht”. Volgens X BV moeten de premiekortingen voor de loonheffing worden berekend op basis van de daadwerkelijk verloonde uren. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant zijn X BV en de parttimers over en weer verplichtingen aangegaan voor een vaste arbeidsduur. X BV gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het ‘tenminste’-beding geen vast overeengekomen arbeidsduur tot gevolg heeft. Door een minimum aantal uren overeen te komen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.