RvdW 2011/978
Nationale regeling volgens welke voor en achternamen van natuurlijke personen in akten van de burgerlijke stand moeten worden geschreven in een vorm die voldoet aan de regels inzake de schrijfwijze van de officiële landstaal.
HvJ EU 12-05-2011, ECLI:EU:C:2011:291
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
12 mei 2011
- Magistraten
J.N. Cunha Rodrigues, A. Arabadjiev, A. Rosas, U. Lõhmus, A. Ó Caoimh
- Zaaknummer
C-391/09
- Conclusie
A-G N. Jääskinen
- LJN
BQ5453
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Grondrechten
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2011:291, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 12‑05‑2011
- Wetingang
VWEUart. 18 en 21; richtlijn 2000/43/EG, art. 2, lid 2, sub b
Essentie
M. Runevič-Vardyn en L. P. Wardyn tegen Vilniaus miesto savivaldybes administracija e.a.
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Vilniaus miesto 1 apylinkes teismas (Litouwen) bij beslissing van 8 september 2009.
Nationale regeling volgens welke voor en achternamen van natuurlijke personen in akten van de burgerlijke stand moeten worden geschreven in een vorm die voldoet aan de regels inzake de schrijfwijze van de officiële landstaal.
Een nationale regeling die bepaalt dat de voor en achternamen van een persoon in akten van de burgerlijke stand van die staat slechts kunnen worden geschreven in een vorm ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.