Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1007
Medeplegen van opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van container met 8.000 kilogram cocaïne, art. 2.A Opw en medeplegen van het voorbereiden en bevorderen van voorgaand feit als bedoeld in art. 10a lid 1 onder 2 en 3 Opw. Bewijsklacht opzet. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1540
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 september 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/05420
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1540, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:589, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2018
Essentie
Medeplegen van opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van container met 8.000 kilogram cocaïne, art. 2.A Opw en medeplegen van het voorbereiden en bevorderen van voorgaand feit als bedoeld in art. 10a lid 1 onder 2 en 3 Opw. Bewijsklacht opzet. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
11 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/05420
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 2 november 2016, nummer 22/002046-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.