NJ 1951/616
„Bevaarbare stroom".
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juni 1951
- Magistraten
Mrs Fick, Sinninghe Damsté, Feber, Vrij, van Berckel
- Zaaknummer
[12061951/NJ_1951-616]
- Conclusie
Conclusie A.-G. Langemeijer.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS166517:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1951:35, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑06‑1951
- Wetingang
(Visserijwet art. 17.)
Essentie
„Bevaarbare stroom".
Samenvatting
De Rechtb. het karakter van bevaarbare stroom ontzeggend aan wateren welke noch als verkeersweg te water worden gebruikt noch tot algemeen gebruik als zodanig zijn bestemd, en daarbij voor het zijn van een verkeersweg te water verlangend dat het water met enige duurzaamheid en frequentie voor het economisch vervoer van goederen en personen wordt gebezigd, waarbij zij dan de bevaring door pleziervaartuigen en door schepen voor het houden van rondvaarten — welke daarmede in dit opzicht haars inziens gelijk behoren te worden gesteld — niet in aanmerking doet komen, heeft het begrip bevaarbare stroom, bedoeld in ...