RvdW 2011/962
Verzoeker, Adrian Mihai Ionescu, heeft een vordering uit wanprestatie ingesteld tegen een internationale busmaatschappij en een schadevergoeding ter hoogte van € 90 gevorderd. Verzoeker stelde zich op het standpunt dat de busmaatschappij wanprestatie jegens hem had gepleegd op een busreis van Boekarest naar Madrid omdat zij niet het niveau van veiligheid en comfort had gewaarborgd uit haar advertenties. De vordering van verzoeker is door de nationale rechter in feitelijke instantie afgewezen. In cassatie is zijn beroep niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker stelt in de procedure voor het EHRM dat de nationale rechter in eerste aanleg ten onrechte niet heeft beslist op zijn verzoek om inzage in bewijsmiddelen en dat het niet-ontvankelijk verklaren van zijn vordering in cassatie een schending oplevert van zijn rechten uit art. 6 en 13 EVRM omdat deze beslissing genomen is in een besloten zitting en hem geen enkel rechtsmiddel beschikbaar stond om deze beslissing aan te vechten. Het EHRM heeft dan ook met toepassing van de nieuwe ontvankelijkheidcriteria in art. 35 Protocol Nr. 14 het verzoekschrift niet-ontvankelijkheid verklaard nu verzoeker geen ernstig nadeel heeft ondervonden, de bestreden procedurele bepalingen in de cassatieprocedure zijn komen te vervallen en zijn vordering inhoudelijk is beoordeeld door de rechter in eerste aanleg.
EHRM 01-06-2010, ECLI:NL:XX:2010:BR5009 (Ionescu/Roemenië)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
1 juni 2010
- Magistraten
J. Casadevall, E. Fura, C. Bîrsan, A. Gyulumyan, E. Myjer, I. Ziemele, A. Power
- Zaaknummer
36659/04
- LJN
BR5009
- Roepnaam
Ionescu/Roemenië
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Staatsrecht / Rechtspraak
Europees belastingrecht / Discriminatie
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2010:BR5009, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 01‑06‑2010
- Wetingang
Essentie
Ionescu tegen Roemenië
Verzoeker, Adrian Mihai Ionescu, heeft een vordering uit wanprestatie ingesteld tegen een internationale busmaatschappij en een schadevergoeding ter hoogte van EUR. 90 gevorderd. Verzoeker stelde zich op het standpunt dat de busmaatschappij wanprestatie jegens hem had gepleegd op een busreis van Boekarest naar Madrid omdat zij niet het niveau van veiligheid en comfort had gewaarborgd uit haar advertenties. De vordering van verzoeker is door de nationale rechter in feitelijke instantie afgewezen. In cassatie is zijn beroep niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker stelt in de procedure voor het EHRM dat de nationale rechter in eerste aanleg ten onrechte niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.